“Fijn dat er een tweejarige biologische vervolgoptie was na het mbo”

Drie AD-studenten Biologische melkveehouderij vertellen:

Liza Aalbers, Vera Poppe en Daniël Steinbuch studeerden alle drie na hun mbo-opleiding door aan de Associate Degree (AD) Biologische melkveehouderij op Hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden. Een AD duurt twee jaar en staat gelijk aan de eerste twee jaar van een hbo-opleiding. Ze vertellen over hun ervaringen bij de overstap van mbo naar AD en over de waarde van biologisch landbouwonderwijs.

De AD Biologische melkveehouderij is een uitstroomrichting van de AD Melkveehouderij op Van Hall Larenstein. Komend jaar starten er in de gehele AD 48 studenten, waarvan er vier voor biologisch komen. Dat vertelt coördinator Ali-Jetske Hoogland. “De AD bereidt haar studenten voor op ondernemerschap en financieel management en verzorgt basisvakken over veevoeding, diergezondheid, bodemkunde en de keten. Na hun diploma gaan ze bijvoorbeeld werken als ondernemer of bedrijfsleider van een melkveehouderij, allround medewerker of zzp-er in een melkveebedrijf, de agrarische dienstverlening, de advisering over bedrijfsopvolging of over bedrijfsomschakeling. Of ze gaan doorstuderen aan de Bachelor Dier- en Veehouderij binnen Van Hall Larenstein”

Vera, Liza en Daniël

Vera Poppe rondde de mbo gangbare melkveehouderij af op Landstede in Raalte. Ze groeide op op een melk- en vleesveebedrijf in ’s Heerenbroek, tussen Zwolle en Kampen. “Het is het bedrijf van mijn vader. Het is nu in omschakeling naar biologisch. Op termijn zou ik het bedrijf graag willen overnemen.”  Daniël Steinbuch volgde de biologisch-dynamische landbouwopleiding aan Aeres MBO Warmonderhof in Dronten. Hij studeerde in de zomer van 2024 af aan de AD in Leeuwarden en oriënteert zich nu op zijn toekomst, terwijl hij werkt op een biologische melkveehouderij. “Ik denk erover om door te stromen in de Bachelor Dier- en Veehouderij hier op Van Hall Larenstein, maar als ik een mooie baan kan vinden, dan denk ik dat ik daarvoor ga. Het hangt een beetje af van mijn kansen.” Liza Aalbers studeerde Bos- en natuurbeheer aan het Zone College in Zwolle. Zij werkt naast haar studie al een aantal jaren op biologisch melkschapenbedrijf De Vreugdehoeve in die stad. “Mijn vooropleiding was meer natuurgericht, maar door mijn werk op de Vreugdehoeve raakte ik geïnteresseerd in de melkveehouderij, en dan specifiek van schapen. Daarom ben ik met de AD begonnen. Later zou ik graag een kleinschalig schapenbedrijf willen starten.”

Behoefte aan meer diepgang

Alle drie waren ze nog niet klaar met studeren na hun mbo-opleiding, en zochten ze verdieping van de kennis die ze al hadden. Vier jaar hbo leek hun net wat te lang; de tweejarige optie grepen ze met beide handen aan.
Daniël: “Ik zocht meer diepgang op financieel gebied en op het gebied van regelgeving. De AD is meer managementgericht, en dat was een mooie toevoeging aan de opleiding die ik al had. Ik vond het fijn om de optie te hebben dat ik na twee jaar al dit eerste deel van het hbo kon afronden. Ook wilde ik liever niet een hbo gangbare melkveehouderijopleiding doen, maar eerst het biologische stuk op de AD.”
Daarnaast spreekt het hun alle drie wel aan dat de AD in Leeuwarden een kleinschalige opleiding is. Liza: “We zitten met zes studenten in de klas. Lekker overzichtelijk. En toch hebben we veel gespecialiseerde leraren. Ook vind ik het belangrijk dat de opleiding biologisch is. Tegenwoordig komen er steeds meer berichten in de media voorbij dat het gebruik van chemische stoffen niet goed is voor onze eigen gezondheid, voor die van de dieren en voor de bodem. Hoe je het land bewerkt is ook anders. Je teelt andere gewassen om de bodem te stimuleren, bent veel meer bezig met gewasrotatie. De denkwijze begint veel meer vanuit de bron; de bodemgezondheid, en niet vanuit middelen”. Daniël: “De biologische en biologisch-dynamische manier van boeren past beter bij mij. Het is een andere manier van denken. Het neemt de natuurlijke processen bij dieren, planten en in de bodem als uitgangspunt van de bedrijfsvoering. Ook zijn het vaker gemengde bedrijven, met teelt en vee, en ze hebben vaak extra bedrijfstakken, zoals een winkel, camping of restaurantje. Het is veel diverser, en dat spreekt mij heel erg aan”.
Voor Vera is de keuze voor biologisch heel logisch: “Omdat we thuis in omschakeling zijn natuurlijk. Ik denk ook dat biologisch meer toekomst heeft. Je moet anders denken, je bent nog meer weersafhankelijk, moet onderzoeken hoe je het beste met je mest kan omgaan, wat je zaait. Je teelt meer grasklaver voor de bemesting van je bodem. Ook is er meer aandacht voor dierwelzijn en de manier van behandelen van het dier”.

Vijftig procent niet uit boerenfamilie

De studenten die de Associate Degree Biologische Melkveehouderij doen, zijn niet persé kinderen van melkveehoudersfamilies. “Ongeveer de helft van hen komt niet van een boerderij”, vertelt coördinator Ali-Jetske Hoogland. De tweejarige voltijdopleiding leidt hen in twee jaar op voor hun rol in de sector. In de eerste twee maanden krijgen ze naast de theorievakken het praktijkleren. Dat zijn alle aanverwante vakken binnen de veehouderij. “Denk aan het leren van conditiescoren bij melkvee, herkennen van koesignalen, jongveeopfok, het uitvoeren van een bodemconditiescore.” Na die eerste twee maanden gaan ze in het eerste jaar direct een dag per week stagelopen op een biologische melkveehouderij waar ze hun praktijkopdrachten kunnen uitvoeren. “Zo leggen we een sterke verbinding tussen theorie en praktijk”, aldus Hoogland. “Door ze veel op excursies mee te nemen naar een mix van bedrijven, van mainstream tot heel uitgesproken, willen we ze veel inspiratie en een brede blik meegeven. We willen melkveehouders afleveren die het lef hebben om het anders te willen doen. De studenten die kiezen voor deze AD hebben vaak een andere mindset. Ze willen hun verantwoordelijkheid nemen om een rol te spelen in de wereld. Ze willen later werken in niet een te groot bedrijf, ze willen met de natuur werken, het sociale eromheen erbij betrekken en daarmee dan een goede boterham verdienen.”

Overgang van mbo naar AD

De overgang van het mbo naar de AD verliep voor alle drie de studenten zonder noemenswaardige hobbels. Vera: “Het moeilijkste vond ik de randvoorwaarden bij de verslagen. Dat was allemaal veel strenger dan op het mbo. Ook is het leerniveau hoger, maar dat was goed te doen”. Daniël en Vera hadden al melkveehouderij gehad op mbo 4-niveau. Daniel: “Dus in het begin was er wel wat herhaling, maar ze gaan op de AD veel sneller veel dieper, meer naar analyse en advies.” Liza: “Ik had natuurlijk nooit landbouwtheorie gehad, maar ze starten echt vanaf het begin en nemen de tijd om goed uitleg te geven”. Vera: “Je leert adviezen schrijven en moet bedrijven analyseren. Ze besteden op de AD veel meer aandacht aan bodemvruchtbaarheid dan op het gangbare mbo dat ik volgde. Daar was ik ook naar op zoek”.
Het is gebruikelijk dat de eerstejaars AD-studenten een buitenlandstage lopen. Daniël liep zijn stage in Ierland. Vera en Liza zijn net terug van hun driemaandse stage in Bretagne. Vera liep daar praktijk op een melkveehouderij met 110 melkkoeien en 175 hectare grond waar mais en gras wordt verbouwd. Lisa werkte op een biologische melkveehouderij met 140 melkkoeien, 180 hectare land en een intensief beweidingssysteem, dat interessant was om eens mee te maken. Volgend jaar staat hen nog een intensief jaar te wachten met als eindopdracht het schrijven van een bedrijfsplan voor een over te nemen bedrijf of een ander ondernemersplan. Ook een omschakelplan van gangbaar naar biologisch is mogelijk als eindproject. Daniel heeft het allemaal al achter de rug: “Voor mijn mbo-opleiding had ik al een omschakelplan gemaakt en doorgerekend. Voor de AD heb ik daarom een bedrijfsplan uitgewerkt voor een nieuwe mobiele melkveehouderij in de Oostvaardersplassen. Een gewaagd plan, dat ik uiteindelijk met goede cijfers heb kunnen onderbouwen op levensvatbaarheid. Ook al ben ik niet van plan zo’n bedrijf te beginnen; ik heb veel plezier gehad in al het uitzoekwerk, het rekenwerk en het bevragen van allerlei deskundigen hierover”.

De toekomst na de AD

Daniël kijkt momenteel rond in de sector, op zoek naar een mooie betrekking in een melkveehouderij. Hij overweegt om verder te studeren via de Bachelor Dier- en Veehouderij, maar dat hangt af van de kansen die hij krijgt in het werkveld. Liza gaat na de AD werken aan haar toekomstplan voor een kleine melkschapenhouderij. “Daarnaast zal ik een baan nodig hebben om de overgang te maken, tot het bedrijf genoeg opbrengt om ervan te leven.” Vera zal nog niet direct fulltime in het ouderlijk bedrijf instromen. “Daarvoor is het ook te klein. Maar het biedt mij daardoor wel de mogelijkheid van het opzetten van een tweede bedrijfstak. Omdat ik niet zo’n mensen-mens ben, denk ik aan klauwbekappen. Ik heb daarvoor al een paar cursussen gedaan en ik doe het thuis ook. Frankrijk beviel me wel. Misschien ga ik dat daar een paar jaar doen, of in een ander land.”