Keuzedeel biologische varkenshouderij moet de sector vergroten
Volgend jaar start Aeres MBO Barneveld met het keuzedeel biologische varkenshouderij als keuzerichting binnen de mbo-opleiding gangbare varkenshouderij. In nauwe samenwerking met consortiumpartner VBV (Vereniging van Biologische Varkenshouders) en vier biologische varkenshouderijen in de regio wordt momenteel de laatste hand gelegd aan de inhoud van het keuzedeel. In dit interview geven vakdocent en ontwikkelaar Jan Overeem en VBV-vicevoorzitter Roel Batterink hun visie op nut en noodzaak van de biologische varkenshouderij.
Het keuzedeel is één van de vormen van samenwerking binnen, wat genoemd wordt, de Biospot Barneveld: een samenwerkingsverband tussen de opleidingen en de relevante praktijkbedrijven in de regio. De Biospot denkt mee over lesinhoud, maar maakt ook excursies en gastsprekers mogelijk. Het keuzedeel zal bestaan uit klassikale lessen en praktijkonderzoek, met de biospot boerderijen als voorbeeldbedrijven en inputbedrijven.
Het varken is slim en multifunctioneel
“Varkens zijn intelligente dieren die snel iets snappen. Het zijn ook multifunctionele dieren, die reststromen goed kunnen omzetten in volwaardige eiwitten.” Dat zegt Roel Batterink. Hij runt samen met zijn zoon Rowin Het Witte Water, een biologische boerderij met vierhonderd vleesvarkens, kippen en groenteteelt. Hij gelooft dat het gemengde bedrijf ‘het enige goede bedrijf’ is; met dubbeldoeldieren en verwerking van reststromen.
Jan Overeem is vakdocent aan de varkenshouderijopleiding in Barneveld, en hij is ontwikkelaar van het keuzedeel biologisch. Hij kent de praktijk van de varkenshouderij van binnenuit omdat hij zelf jaren varkenshouder is geweest. Inmiddels staat hij nu acht jaar voor de klas.
Wat moet het KD gaan doen voor de sector?
Roel Batterink vertelt dat de biologische varkenshouderij in Nederland nu zo’n 25 jaar een volwassen bedrijfstak is. “De eerste generatie boeren is nu op leeftijd en er zijn niet voldoende opvolgers. Soms moeten heel goede ondernemers toch stoppen omdat er geen overnamekandidaat is. Wij als biologische varkenshouders willen jongeren enthousiast maken en inspireren. Ik geloof dat biologische landbouw een heel gezonde vorm van landbouw is, waarmee we ook in de toekomst de landbouw overeind kunnen houden.” De doelgroep van het keuzedeel biologische varkenshouderij, dat zijn vooral de landbouwjongeren die momenteel in het reguliere circuit werken, zeggen ze beide. Batterink: “Degenen die toch al biologisch willen gaan boeren, die zoeken nu al wel de opleidingsmogelijkheden op. Juist die groep die aan gangbaar vasthoudt, die willen we laten zien hoe het ook kan. Dat ze als biologisch varkenshouder net zo goed, of beter, hun geld kunnen verdienen. We willen dat ze zich eerst verdiepen in meerdere bedrijfsconcepten, voordat ze kiezen tussen gangbaar en biologisch of natuurinclusief of hoe je het maar wilt noemen”.
Hoe jonge varkenshouders interesseren voor bio?
Om jonge varkenshouders meer te interesseren voor omschakeling naar biologisch, is nog wel wat werk te verzetten, realiseren beide heren zich. Batterink, en ook Overeem, maken het vaak mee: dat reguliere varkenshouders of studenten reguliere varkenshouderij verbaasd zijn over de hoogtechnologische biologische varkenshouderijen. Batterink: “Dan merken we aan hun reactie dat ze nog vaak een ouderwets beeld hebben: van veel handwerk en stro sjouwen. Maar dat is allang niet meer zo. In de biologische varkenshouderij wordt goed geld verdiend. Dat zien ze wel als ze over de drempel stappen. Dan realiseren ze zich: hier is flink geïnvesteerd, en dat kan uit ook”.
Houding leraren cruciaal
Het hangt wat Batterink betreft heel erg af van de houding van de leraren op school hoe jongeren tegen duurzame varkenshouderijvarianten aankijken. “Kijken de docenten breder dan hun eigen vakgebied? Zo niet, dan doen de studenten dat ook niet. Dat voelen ze haarfijn aan”. Overeem vertelt dat het inmiddels binnen de opleiding varkenshouderij in Barneveld steeds gewoner is om aandacht te besteden aan álle bedrijfsconcepten; ook de biologische varianten. “Zo’n vijftien procent van de opleiding bestaat nu uit biologisch. De weerstand neemt wel af hoor. De maatschappij brengt ook een andere vraag met zich mee. Door het in de reguliere opleiding al aan bod te brengen, hopen we dat ze zullen overwegen om het keuzedeel biologisch te gaan volgen. Mijn collega’s en ik houden onze kennis over het vakgebied goed bij. Er is bij de bedrijven binnen de Biospot Barneveld ook genoeg kennis te halen. Ze denken samen met de VBV goed mee over de inhoud van het keuzedeel. Het is net af. Het ligt nu bij hen.”
Had ik dit maar eerder gedaan
De leden van de Biospot Barneveld, waar de studenten van het biologische keuzedeel straks hun praktijkopdrachten zullen gaan doen, zijn allemaal omschakelaars van gangbaar naar biologisch, weet Batterink. “Zij kunnen het beste vertellen hoe het voor hen is geweest, die overgang. Heel leerzaam voor de studenten. Bijna zonder uitzondering zeggen deze boeren: had ik het maar eerder gedaan.” Jan Overeem vult aan: “Want er heerst rust in die stallen, en er heerst rust bij de boeren zelf. En ze verdienen beter. Reguliere varkenshouders zijn vaak gestrest en strijden op het scherpst van de snede om de bank af te betalen. Ze verdienen te weinig, kunnen te weinig mensen aannemen, en dat zie je terug in de diergezondheid; en in hun eigen gezondheid vaak ook trouwens”. Batterink: “Biologische varkenshouderijen zijn vaker kleinschaliger, dus overzichtelijker. De zeugen zijn beter individueel te volgen en daardoor hebben ze minder gezondheidsproblemen. En de opbrengst per dier is gewoon hoger”.
Toekomstdroom: maatschappelijke reststromen
Zowel Overeem als Batterink streven ernaar, via het keuzedeel biologische varkenshouderij studenten realistischer naar de biologische varkenshouderijsector te laten kijken. Batterink: “Dat ze bedenken: hee, dit is misschien ook wel wat voor mij. Dan hoef ik niet meer zo hard te rennen voor de bank. Dan verdien ik meer en is mijn werk relaxter. Dan hebben we heel wat gewonnen. Dan hebben we ambassadeurs. Dus ja, dat komt wel neer op een substantieel groter aantal biologische varkenshouders als doel. Want alleen als we massa kunnen maken, kunnen we maatschappelijke reststromen met onze varkens gaan verwerken. Dat is mijn toekomstdroom. Dan grijpt alles in elkaar”.